Binnenlands Bestuur (online) heeft wethouder Joop Wikkerink namens de Achterhoekse gemeenten en projectleider Melissa Janssen geïnterviewd over de inkoop van de Maatwerkdiensten Jeugd in de Achterhoek. Lees hieronder het artikel:
Jeugdhulp in de Achterhoek op de schop
De acht gemeenten in de Achterhoek nemen de jeugdhulp op de schop. Van ruim 200 aanbieders nu, wordt gestreefd naar contracten met zo’n 60 aanbieders. Die aanbieders moeten vooral samenwerken en innoveren. Er wordt gezorgd voor een dekkend zorglandschap. De ingangsdatum is nog ongewis, maar uiterlijk 1 januari 2022.
Normaliseren
De plannen om de jeugdhulp op een andere manier te organiseren, komen niet uit de lucht vallen. Vanaf 2017 wordt gewerkt aan de implementatie van de visie waarmee de transformatie van de jeugdhulp kan worden ingezet, vertelt de Aaltense wethouder Joop Wikkerink, voorzitter van het portefeuillehoudersoverleg sociaal van de samenwerkende gemeenten in de Achterhoek. De visie, waarin normaliseren en demedicaliseren onderdelen zijn, is vertaald in uitgangspunten voor de inkoop.
Administratieve rompslomp
Besloten werd onder meer af te stappen van contractering via open house. Nu hebben 221 aanbieders een contract. Een van de nadelen van het werken met een grote hoeveelheid aanbieders is de administratieve rompslomp, vindt Wikkerink. Ook komt de onderlinge samenwerking en innovatie niet echt van de grond. En dat is iets dat de regio nastreeft. ‘Er wordt nu te veel in producten gedacht’, stelt Wikkerink. De regio werkt met ruim 60 producten waaraan een vaste ondersteuningsinzet en een vaste prijs hangt. ‘We willen toe naar een stelsel waarbij de aanbieders op basis van hun deskundigheid jongeren helpen. Wij bepalen het wat, de aanbieders het hoe.’
Langdurige contracten
De gemeenten willen ook toe naar een langdurig partnerschap met een beperkter aantal aanbieders. Daarom ook worden in de nieuwe aanbestedingsronde contracten gesloten van drie jaar, met de mogelijkheid tot verlenging van twee keer twee jaar. In totaal zeven jaar dus. ‘We willen aanbieders ook meer dan nu als partners zien. We zijn samen verantwoordelijk’, benadrukt Wikkerink. ‘De aanbieders krijgen de vrijheid om op- en af te schalen. Het gaat erom dat hun prestatie bijdraagt aan onze doelen.’ En dat is onder meer dat jongeren gezond en veilig kunnen opgroeien en kunnen meedoen in de samenleving. Daar waar nodig met professionele hulp en daar waar het kan met hulp van het sociaal netwerk. In overleg met de (gemeentelijke) consulent van de toegang bepaalt de aanbieder straks wat er moet gebeuren − bijvoorbeeld normaliseren of stabiliseren −; de aanbieder kiest daarvoor zelf de beste ondersteuning en waar nodig dragen zij warm over aan een samenwerkingspartner.
‘Zak geld’
Voor de nieuwe contractperiode is gekozen voor lump sum bekostiging (‘een zak geld per zorgaanbieder’) in drie van de vier aan te besteden percelen. In een vierde (klein) perceel is gekozen voor populatiebekostiging. Wikkerink: ‘Geen uurtje factuurtje meer, maar een jaarbedrag voor aanbieders die daarvoor afgesproken prestaties leveren. Met een lump sum bekostiging, zo is onze verwachting, wordt niet meer in producten gedacht, maar in de manier waarop een jongere en zijn gezin het beste kan worden geholpen. De juiste hulp op de juiste plaats dus.’
Zorgcoöperatie
Naast dat aanbieders meer dan nu partners worden, is het ook de bedoeling dat aanbieders meer gaan samenwerken, vertelt Melissa Jansen, projectleider Inkoop Maatwerkdiensten Jeugd 2021. Ook dat wordt met de nieuwe aanbestedingsronde beoogd. ‘Aanbieders kunnen zich als collectief inschrijven, bijvoorbeeld via een zorgcoöperatie.’ Ook kan er een ‘hoofdaannemer’ inschrijven die met onderaannemers werkt. ‘Bij de aanbesteding zorgen we ervoor dat we een beheersbaar zorglandschap en een dekkend aanbod zowel voor cliënten als gemeenten krijgen.’ De Achterhoekse gemeenten tellen 6.000 jongeren die in jeugdzorg zitten; zo’n 10,2 procent van het totaal aantal jongeren.
Scenario’s
De aanbesteding zou in augustus van start gaan, maar daar is de rem opgezet. Corona gooide roet in het eten. ‘Aanbieders hadden hun handen vol met het op alternatieve manieren bieden van hulp en ondersteuning. We wilden hen niet extra belasten’, aldus Wikkerink. Daarnaast was een aantal toch overvallen door de plannen van de samenwerkende gemeenten. ‘We moeten beter in gesprek met de aanbieders.’ Ook in de acht samenwerkende gemeenten werd er verschillend gedacht over de start van de aanbestedingsprocedure en de ingangsdatum van het nieuwe stelsel. De ene gemeente wilde er op 1 april 2021 mee van start, anderen liever op 1 juli en weer anderen per 1 januari 2022. Besloten is de zomer te gebruiken voor het uitwerken van drie scenario’s.
Besluit
In scenario 1 wordt in onderling overleg een ingangsdatum bepaald die ergens tussen 1 april volgend jaar en 1 januari 2022 ligt. Het tweede scenario gaat uit van invoering per 2022. In een derde scenario wordt uitgeplozen of het haalbaar en werkbaar is om in een of meerdere gemeenten al eerder van start te gaan, waarna de andere gemeenten op een later moment aanhaken. Op 27 augustus moet een besluit over een van de drie scenario’s worden genomen.
Snoeimes
Bij het uitwerken van de scenario’s wordt ook gekeken naar de kosten die uitstel van invoering van het nieuwe stelsel met zich meebrengt. Met de invoering van lump sum financiering hopen de gemeenten kosten te kunnen besparen. Want ook deze regio komt niet uit met het rijksgeld voor de jeugdhulp. ‘Door de voorgestane werkwijze is er meer aandacht voor de transformatie. Ook de integrale aanpak van problemen, door niet meer in producten te denken, leidt naar verwachting tot besparingen. We pakken niet het snoeimes, maar door een andere manier van werken denken we de kosten te kunnen drukken’, aldus Wikkerink.
Oefenmateriaal
‘Ik ben verguld met het feit dat we er als acht gemeenten, die vrijwillig samenwerken, eruit gaan komen. Dit is mooi oefenmateriaal’, stelt Wikkerink enigszins gekscherend. Hij doelt op de plannen van minister Hugo de Jonge (VWS) om regio’s via een gemeenschappelijke regeling verplicht te laten samenwerken rondom de jeugdhulp. ‘Wij laten hier zien dat die wettelijke verplichting helemaal niet nodig is.’
De acht samenwerkende gemeenten zijn Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk.
(Bron: Binnenlands Bestuur, 29 juli 2020. Lees het volledige artikel ook op de website van Binnenlands Bestuur)