"Niet optimaliseren, maar een nieuwe werkelijkheid creëren"
De zorg verandert en de manier waarop we naar zorg kijken, moet mee veranderen. Lianne Spaan is regiomanager Zorg Thuis bij Azora en programmamanager Veerkrachtig ouder worden, onderdeel van het IZA Regioplan Achterhoek. Ook zit ze in de Stuurgroep van de Ontwikkelagenda. Ze stelt dat transformatie meer is dan optimalisatie. De transformatie vraagt volgens haar een fundamentele verschuiving in hoe zorg en ondersteuning worden georganiseerd. Een verschuiving van eerstelijnszorg en maatwerkvoorzieningen naar het voorliggend veld.
Van optimalisatie naar transformatie
“In de zorg hebben we vaak de neiging direct te handelen”, zegt Spaan. “Er is een hulpvraag en daarop volgt een voorziening of een professional die ondersteuning biedt. De uitdaging is: hoe kunnen we dit op een nieuwe manier vormgeven?” Ze haakt aan op de ambitie ‘normaliseren’, die ook is opgenomen in de Ontwikkelagenda. “Als normaliseren enkel betekent minder zorg en kijken wat iemand zelf kan, is dat geen transformatie. Dan hebben we het over optimalisatie: we verbeteren bestaande zorg, bijvoorbeeld met hulpmiddelen, maar dat verandert de structuur niet echt.”
Uitgaan van de intrinsieke waarde van de inwoner
Echte transformatie betekent volgens Spaan een andere benadering. “Waar we naartoe willen, is verandering van de bestaande werkelijkheid. Van bestaande structuren. Niet alleen in werkwijze, maar ook in de manier waarop wij naar zorg en ondersteuning kijken. Het gaat erom dat we mensen helpen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven. Het vertrekpunt is: u woont nu hier, hoe wilt u oud worden? Welke ingrediënten heeft u nodig om zo zelfstandig mogelijk oud te worden in uw eigen omgeving? Dus: wat kunt u zelf? Wat kunt u nog leren of her-leren? Wat kan uw omgeving oppakken? Wat kunnen we eventueel aan hulpmiddelen inzetten? Aanvullend kunnen we dan eventueel voorzieningen indiceren of professionele zorg inzetten. Dat is transformeren. Uitgaan van de intrinsieke waarde en talenten van de inwoner en van daaruit de beweging opzetten.”
Domein overstijgende samenwerking
Als voorbeeld noemt ze een project in de gemeente Oude IJsselstreek, waar wijkverpleegkundigen en Wmo-consulenten samen huisbezoeken doen. “Ze kijken niet alleen naar welke zorgbehoefte iemand heeft, maar ook naar hoe iemand zijn eigen kracht en netwerk kan benutten. Kan iemand met een kleine aanpassing zelf blijven koken na het wegvallen van een partner? Hoe kan de omgeving worden betrokken? Niet alleen ingegeven vanuit de expertise van de Wmo, maar gecombineerd met de expertise van de wijkverpleegkundige. Door deze domein overstijgende samenwerking creëer je transformatie.”
Wel gelijk faciliteren
Spaan benadrukt dat het wel belangrijk is om direct te faciliteren. “Dus niet alleen de vraag stellen ‘hoe wilt u gezond oud worden’, maar ook gelijk interventies aanbieden die aansluiten bij de belevingswereld van de inwoner. Dus aangeven: ‘Als we dit nou eens doen, dan draagt dat bij om zo lang mogelijk uw leven voort te zetten zoals u dat wilt. Behoud van vrijheid door zorgonafhankelijk te blijven zijn belangrijke motivatoren.” Spaan ziet transformeren als een iteratief proces. “Het is nooit een project of een innovatie met een vastgesteld doel en een begin of eindpunt. Je werkt toe naar een nieuwe werkelijkheid, waarbij je vooraf niet weet hoe op een later moment die nieuwe werkelijkheid eruit gaat zien. Je stelt ook steeds bij.” Ze vergelijkt transformeren daarom ook wel met een vlinder. “Op het moment dat ‘ie nog in een cocon zit, weet je nog niet welke kleur de vlinder krijgt. Zodra ‘ie ontpopt, zijn pas de kleuren zichtbaar. Van een rups naar een vlinder is symboliek voor transformeren.”